Mindo – Als een vlinder door de lucht
[singlepic id=80 w=240 h=180 float=left]Mindo. Een piepklein en gemoedelijk plaatsje in een tropisch nevelwoud op slechts twee uur rijden van Quito, bestaande uit niet meer dan een plein met een kerkje en twee straten met een handvol hostels, restaurants en touroperators. Het is een waar paradijs voor vogelaars, want in het prachtige woud leven meer dan 350 inheemse vogelsoorten en zowel rustzoekers als avonturiers kunnen hier hun hart ophalen. Niet verwonderlijk dat steeds meer mensen de weg naar ‘lindo Mindo’ weten te vinden. Wat ik echter aantref is een weldadige zee van rust.
De busrit door de bergen is er een van uitersten. Het regent fors en de wegen zijn smal en van dubieuze kwaliteit. Als ik uit het raam kijk zie ik hoe onze chauffeur rakelings langs diepe ravijnen scheurt en met de vele haarspeldbochten neemt hij het ook niet zo nauw. Zijn claxon moet met regelmaat uitkomst bieden. Met kloppend hart en mijn kaken stijf op elkaar probeer ik mij te focussen op het schitterende groene berglandschap dat in rap tempo aan mijn blikveld voorbij trekt. Twee busuren later komen we aan in Mindo en kan ik me eindelijk weer ontspannen. Wat een beproeving. Als iemand me op dat ogenblik wijs had gemaakt dat het minimaal vier busuren waren geweest, had ik het ook zonder meer geloofd.
[singlepic id=85 w=240 h=180 float=right]Het wordt al donker en zodra ik uitstap begint het te stortregenen. Gelukkig is Mindo zo klein dat ik mijn hostel al snel gevonden heb. Hostal Caskaffesu blijkt een lot uit de loterij: oneffen gestuukte muren en bogen in de meest prachtige mediterrane kleuren, een groene binnentuin en een sfeervol restaurant met open haard. Ook mijn stijlvolle eenpersoonskamer is van alle gemakken voorzien. En dat voor slechts twaalf dollar per nacht. Eigenaren Susan en Luiz heten me van harte welkom. Het is inmiddels weer droog, dus ik nestel me in een stoel op de patio met een boek en een glaasje rode wijn, terwijl ik wacht op mijn eten. Ik voel me volkomen in mijn element in deze rustieke omgeving. En een zalige maaltijd en een goed gesprek met Susan en Luiz later val ik moe maar voldaan in een diepe slaap.
Kolibries
[singlepic id=83 w=240 h=180 float=left]’s Morgens word ik tijdens een al even zo lekker ontbijt getrakteerd op mijn eerste kolibries ooit. Mijn hart maakt een sprongetje. Prachtig. Ik sla ze minutenlang ademloos gade, maar hoewel ik moeiteloos de rest van de ochtend gebiologeerd had kunnen kijken naar die piepkleine, vliegensvlugge vogeltjes met hun donkergroene en feloranje veertjes, lonkt na een tijdje toch het nevelwoud. Ik win wat advies in bij Susan en zij vertelt me enthousiast wat er zoal te doen is in de omgeving en hoe ik er moet komen. Ik besluit te beginnen met een bezoek aan de vlindertuin.
De wandeling vanuit Mindo voert door een paradijselijke omgeving. Waar ik ook kijk, het is één bont kleurenpalet van bloemen, vlinders en vogels. Bijna één met de natuur neem ik de rust en de stilte in me op. Een stilte die zo nu en dan slechts onderbroken wordt door een kakofonie van zoemende kolibries, tjirpende krekels en fluitende vogels. De zon schijnt fel en het is behoorlijk heet. Wanneer ik mijn voeten begin te voelen, realiseer ik me dat ik al ruim een uur bergopwaarts loop. De zweetparels staan op mijn voorhoofd. Maar juist op het moment dat het genot dreigt om te slaan in pijn, bereik ik mijn bestemming.
Reuzenvlinders
[singlepic id=82 w=240 h=180 float=right]Ik ben de enige bezoeker in de vlindertuin, dus ik kan ongestoord genieten van de rondfladderende vlinders in alle soorten en maten. De ene vlinder is nog mooier dan de andere en sommigen zijn zelfs groter dan mijn hand. Ik smeer een beetje bananensap op het topje van mijn vinger en met uiterste voorzichtigheid laat ik zo’n reuzenvlinder op mijn vinger kruipen. Een vreemde sensatie, die enorme poten op je hand… Op mijn dooie akkertje dwaal ik nog wat rond, alvorens aan mijn volgende missie te beginnen: een heuse canopy tour. Dertien kabelbanen waaraan je vastgehaakt wordt en waarmee je over de toppen van de bomen in het woud sjeest…
[singlepic id=88 w=240 h=180 float=left]Vanaf de vlindertuin is het nog een uur bergopwaarts hiken. De wandeling is behoorlijk pittig en als ik aankom ben ik volledig buiten adem en half uitgedroogd omdat ik geen water meer heb. En het heftigste gedeelte moet nog beginnen. Ik krijg twee gidsen mee en daar sta ik dan. Gehesen in een tuigje met een veel te grote helm op mijn hoofd. Op een houten plateau te bedenken wat ik hier in vredesnaam doe, onderwijl uitkijkend over het uitgestrekte nevelwoud. Ik probeer de lengte en de hoogte van de eerste kabelbaan in te schatten, maar word er zo nerveus van dat ik die gedachte ogenblikkelijk wegwuif. “Niet denken, maar doen”, zo hou ik mijzelf dapper voor. Op mijn vraag waarom ik twee gidsen meekrijg, antwoorden ze dat we dan trucs kunnen doen.
Superman
“Trucs… juist”, denk ik nog net voordat ik met opgetrokken knieën en achterover hangend aan de eerste kabel hoog boven de groene toppen van de bomen zoef. Tot mijn opluchting bereik ik veilig de overkant. Een zeer steile klim naar de volgende kabelbaan volgt en naar adem happend kom ik aan bij het tweede plateau. “Superman?”, vraagt de gids verwachtingsvol. “Nee zeg, nu al trucs?” denk ik verschrikt, maar zeg ondertussen doodleuk: “Si, bueno”. Hij legt uit wat de bedoeling is en komt vlak achter me staan. Hij trekt mijn benen naar achteren die ik vervolgens om zijn middel klem. Dan richt ik tot ongenoegen van mijn buikspieren mijn bovenlichaam op en spreid ik mijn armen. Zo vlieg ik als Superwoman door de lucht. Het gaat als een speer en het voelt inderdaad alsof ik kan vliegen! Briljant.
[singlepic id=17 w=240 h=180 float=right]Bij de derde kabelbaan komt het absolute toppunt uit de trukendoos tevoorschijn: the Butterfly… Ik moet voor de gids gaan staan, maar dit keer met mijn gezicht naar hem toe. Ik denk dat hij de doodsangst in mijn ogen kan lezen, want hij begint spontaan te grinniken en geeft me een bemoedigende knipoog. Hij pakt een voor een mijn benen en steekt ze loodrecht omhoog de lucht in, met als gevolg dat ik dus ineens op mijn kop hang. Ik spreid mijn armen en benen en sjees dan ondersteboven als een vlinder van A naar B. Als ik naar boven kijk zie ik de hemel en beneden mij zie ik het woud, maar het lijkt alsof de wereld op zijn kop staat in plaats van ikzelf. Een hele rare gewaarwording.
Adrenaline
Tot we halverwege plotseling om onze as beginnen te draaien en ik sterk het gevoel heb dat ik omval. Ik vloek vanbinnen en ineens verklaar ik mezelf volkomen voor gek. In een reflex grijp ik naar de armen van de gids, waardoor we alleen maar meer uit balans raken. “Tranquila, tranquila chica”, roept de gids nog in een poging mij gerust te stellen. Maar ik kan alleen maar denken: “Niks tranquila, we storten neer! Wanneer zijn we er in godsnaam?”. En op dat moment, zomaar uit het niets, maakt mijn angst plaats voor een adrenaline rush en wil ik het alleen nog maar intens beleven. Ik laat de gids voorzichtig los, spreid mijn armen en geniet van de laatste seconden. Er verschijnt zelfs een glimlach op mijn gelaat. Als ik weer met beide benen op het plateau sta, merk ik dat ik van top tot teen sta te trillen. Nog tien kabelbanen te gaan…
[singlepic id=57 w=240 h=180 float=left]Eenmaal terug in de hectiek en de stinkende uitlaatgassen van Quito overvalt me een niet te stelpen behoefte het Mindo-gevoel vast te houden. Ik besluit daarom alles uit de kast te trekken om de beruchte Mariscal om te toveren tot één grote bloemen- en nachtvlinder-tuin. Quasi-nonchalant stap ik de eerste de beste schemerige bar binnen en bestel ‘una cerveza grande’. Om uiteindelijk na een avond vol salsa en bier in het holst van de nacht moe en enigszins aangeschoten een discotheek uit te rollen.
© Eva Buijs
[imagebrowser id=1]