Chugchilán – Een contrastrijke ervaring

[singlepic id=235 w=240 h=180 float=left]Het is een bijzondere plek; het afgelegen indianendorpje Chugchilan, hoog verscholen in het centrale Andesgebergte. Dit voelt zo echt, zo authentiek. En vooral indringender dan ooit. Hier vind je het ware, ongedwongen Ecuador, waar de tijd heeft stilgestaan en het voltallige dorp nog traditioneel gekleed gaat. Zonder een zweem van westerse invloed. Want onze flitsende, gejaagde wereld gaat er nog altijd aan hun trage pas voorbij.

Mijn blik dwaalt over het omliggende landbouwgebied, waar talloze bescheiden akkertjes tegen de glooiende heuvelruggen liggen. Hun eigenaren proberen de soms ondefinieerbare gewassen in grote getale te slijten op markten in de wijde omtrek. Vol overgave, maar door de grote toestroom van marktkooplieden meestal zonder het broodnodige resultaat. De aanblik van de hun simpele huisjes is even sfeervol als krakkemikkig. Ik proef de heersende armoede en probeer het weg te slikken. Het lukt niet, mijn mond voelt kurkdroog aan.

[singlepic id=230 w=240 h=180 float=right]Hoe kan ik verantwoorden dat ik intens geniet van de kleurrijke pracht van mijn omgeving, terwijl het in wezen heel schrijnend is? Hordes kinderen gehuld in smerige vodden, soms met een hongerige blik in hun vragende kijkers. Sjokkende, knokige ezels en kuddes blatende schapen op hun schamele lapjes weidegrond. Een enkele melktruck die bij het minste zuchtje wind van ellende uit elkaar dreigt te vallen op de modderige oprit. Dit alles versterkt het dubieuze gevoel, maar maakt gelijktijdig het unieke plaatje compleet. Ik besef me dat dit nooit zal wennen, waar de reis ook heen zal gaan.

Schril contrast

Mijn thuishaven voor de komende dagen staat ook al in schril contrast met de armoede van Chugchilan. Ik logeer in The Black Sheep Inn, een eco-vriendelijke herberg die zijn naam dankt aan de bijbehorende wei vol zwarte schapen met kunstig gekrulde hoorns. De herberg biedt sublieme vergezichten, zowel vanuit de hangmatten in de tuin als vanaf de compost-toiletten in de toilethuisjes. Een kwestie van op de pot gaan zitten en recht vooruit door het raam kijken.

[singlepic id=237 w=240 h=180 float=left]Binnen in de herberg is het knus. De gasten dineren ‘family-style’ aan een lange tafel, waarop de koks in de loop van de avond allerlei creatieve en smaakvol bereide vegetarische gerechten toveren. Een gietijzeren houtkachel maakt knisperend overuren teneinde de snijdende avondkou te verdrijven. De naar brandend hout geurende warmte wordt enthousiast ontvangen. Hier moet een stevig glas rood bij. Zodra mijn neus boven het wijnglas zweeft, raakt mijn reukorgaan overdadig geprikkeld door stront- en stallucht. Zo hoort wijn te ruiken. Ik neem een slok. De verleidelijke, volronde smaak van de Chileense krachtpatser doet me onmiddellijk verlangen naar meer en gulzig volgt een tweede slok. En nog een. Alsof er een engeltje over mijn tong piest.

Onbestemde rivaal

Tijdens het “proeven” dwalen mijn gedachten weer af naar de ontluisterende armoede. Maar dan neem ik een besluit. Ik roep mijn innerlijke strijd een halt toe en wijs het gelukzalige gevoel als winnaar aan. De onbestemde rivaal die me sinds mijn aankomst op de hielen zit en mijn blik dreigt te vertroebelen (of zou dat de wijn zijn…?), zal gedwongen naar de achtergrond moeten verdwijnen. Ik kan nu toch weinig anders doen dan schaamteloos genieten van het feit dat ik dit mee mag maken. Dus maak ik die avond ook maar meteen dankbaar gebruik van de Finse sauna, gevolgd door een staaltje ultieme ontspanning in de vorm van een ‘hot tub’.

[singlepic id=236 w=240 h=180 float=right]Rillend trek ik mijn kleding uit en even later lig ik in de ijskoude berglucht op mijn rug te dobberen in het stomend hete water. Mijn adem wasemt warme wolkjes uit. Ik zie hoe ze langzaam oplossen als ze zich verplaatsen richting de miljoenen oplichtende sterren die de hemel boven mijn hoofd doen schitteren. Zo baad ik een tijdlang in een weldadige weelde. Gaandeweg voel ik eindelijk mijn spieren ontspannen, die sinds de ontberingen van mijn laatste busrit pijnlijk stijf zijn. De bus was in stilte de herberg voorbij gereden, waardoor ik overbepakt ruim anderhalf uur terug moest lopen.

Ik duim dat de rugpijn morgen niet erger zal zijn, want er staat een pittige wandeltocht van vijf uur op mijn programma: vanaf Laguna Quilotoa, een op 3800 meter hoogte gelegen kratermeer, terug naar Chugchilan. Maar helaas moet ik ’s morgens ondanks een goede nachtrust concluderen dat mijn rug me in de steek laat. Ik laat me er echter niet door uit het veld slaan en na een stevig ontbijt begeef ik me met zeven man plus lokale gids richting bus.

Wordt vervolgd…

Zie voor deel 2 mijn blog ‘In galop door de Andes’

© Eva Buijs



Leave a Reply

Thrilling travel stories and useful tips. Hop on for some fascinating journeys!